Home » Organisatie » Werkwijze
Werkwijze gestuurde boringen
De voorbereiding
Een gestuurde boring is een complexe techniek die veel voorbereiding en planning vereist. Voordat een gestuurde boring wordt uitgevoerd, moet er rekening worden gehouden met de volgende aspecten:
- De locatie van in- en uittrede / tracé van de leiding die moet worden aangelegd. Er moet een geschikt intredepunt en uittredepunt worden gekozen, rekening houdend met de aanwezigheid van obstakels, de bodemgesteldheid, de omgevingsfactoren en de vergunningen.
- De diameter en het materiaal van de leiding of kabel die moet worden aangelegd. Dit bepaalt mede de benodigde boordiameter, de capaciteit van de boormachine en de trekkracht die nodig is om de leiding of kabel in te trekken.
- De boorvloeistof die gebruikt wordt om het boorgat open te houden en de geboorde grond af te voeren. Er moet een geschikte samenstelling en hoeveelheid van boorvloeistof worden gekozen, rekening houdend met de eigenschappen van de grond, de milieueisen en de kwaliteit van het aanmaakwater.
- De veiligheid en kwaliteit van het werk. Er moet een risicoanalyse worden gemaakt om mogelijke gevaren en problemen te identificeren en te voorkomen. Daarnaast moet ook een kwaliteitscontrole worden uitgevoerd om te verifiëren of de leiding of kabel correct is aangelegd en functioneert.
De uitvoering
Tijdens een gestuurde boring wordt er gewerkt volgens een vastgestelde werkwijze en volgorde:
- Eerst wordt er een pilotboring uitgevoerd, waarbij een boorkop met een boorstang door de grond wordt gestuurd vanaf het intredepunt naar het uittredepunt. De boorkop kan met behulp van meetapparatuur nauwkeurig worden bestuurd. Er wordt ook een boorvloeistof door de boorstang gepompt, die bestaat uit water en bentoniet, een soort vulkanische klei.
- Vervolgens wordt er een ruimgang uitgevoerd, waarbij het boorgat wordt vergroot door een ruimer aan de boorstang te bevestigen. De ruimer wordt met een draaiende beweging door het boorgat teruggetrokken naar het intredepunt. Tijdens het ruimen wordt het boorgat verder gevuld met bentoniet om te voorkomen dat het instort.
- Ten slotte wordt er een intrekking uitgevoerd, waarbij de nieuwe leiding of kabel door het boorgat wordt getrokken. Hiervoor wordt bij het uittredepunt de leiding of kabel samen met een trekkop achter de ruimer gekoppeld en door het boorgat getrokken. Bij grote diameters zijn hijskranen nodig om de leiding of kabel in een bepaalde boog in de lucht te houden, zodat deze gemakkelijk ondergronds kan worden ingebracht.